Je smart-tv beeld wordt veel beter door deze instellingen
Niet om vervelend te doen, maar je smart-tv ziet er waarschijnlijk niet zo goed uit als hij zou kunnen. Met een paar kleine aanpassingen kun je al een heel verschil maken.
Hoe goed je smart tv er ook uitziet, er is een grote kans dat het nog beter kan. Hoewel er veel instellingen op je televisie zijn die wat verwarrend kunnen lijken, kun je met een paar simpele aanpassingen het beeld al flink verbeteren. En je hebt er niet eens veel kennis of speciale apparatuur voor nodig hebt.
Als je de instellingen van je smart-tv nog nooit hebt aangepast, geen zorgen. Je kunt niks kapotmaken, en je kunt altijd makkelijk terug naar de fabrieksinstellingen. We hebben alle instellingen voor je op een rijtje gezet die je kunt aanpassen om het beste beeld uit je tv te halen.
Met deze tips ziet jouw smart-tv er nog beter uit
Let wel op dat de namen van deze instellingen per tv-merk kunnen verschillen. Wat bij de ene televisie ‘helderheid’ heet, kan bij een andere smart-tv iets heel anders doen. We bespreken hieronder veel van de variaties, maar we kunnen natuurlijk niet elke televisie of elk oud model meenemen.
#1 Zet je smart-tv op de goede stand
De beeldmodus van je smart-tv heeft de grootste invloed op hoe het beeld eruitziet. Deze instelling past meerdere dingen tegelijk aan en bepaalt het algemene ‘uiterlijk’ van je tv. Als je dit nooit hebt aangepast, staat je televisie waarschijnlijk nog in de standaardmodus. In deze stand zijn de kleuren vaak te fel, wat er vaak in een winkel goed uitziet, maar thuis juist het beeld kunnen verpesten.
Een goede start is om over te schakelen naar de modus Cinema, Movie, Calibrated of Filmmaker. Deze maken het beeld wat minder overdreven. In het begin kan het beeld misschien wat flets of te warm lijken (roodachtig). Maar maak je geen zorgen. Nadat je gewend bent, zie je een stuk meer details.
#2 Pas de helderheid aan
Op de meeste tv’s regelt de ‘helderheidsinstelling’ niet echt hoe fel het beeld is. Maar juist hoe donker de donkerste delen van het beeld zijn. Het liefst vind je een goede balans: zet je het te hoog, dan ziet het beeld er vaag uit, zet je het te laag, dan verdwijnen alle schaduwen in zwart. Sommige tv’s, zoals nieuwere Sony-modellen, noemen deze instelling daarom ook ‘Black Level’.
Om het goed in te stellen, draai je de helderheid van je smart-tv eerst omlaag tot bijna alles zwart is. Daarna zet je het geleidelijk omhoog, totdat je de details weer kunt zien. Probeer het met verschillende films of series om de setting perfect af te stellen.
#3 Let goed op het contrast
De contrastinstelling bepaalt hoe fel de lichte delen van het beeld zijn, maar er is een grens. Als je het contrast te hoog zet, worden de bijna-witte delen helemaal wit, waardoor je details in bijvoorbeeld wolken kwijtraakt, zonder dat het beeld echt helderder wordt.
Om het contrast goed in te stellen, kun je het beste iets kijken met veel lichte delen. Een honkbalwedstrijd werkt bijvoorbeeld goed, met hoge ballen of homeruns waar je de lucht goed ziet. Andere sporten zoals skiën, schaatsen of hockey, met veel witte oppervlakken, kunnen ook helpen. Wat je wilt, is dat de heldere delen er helder uitzien, maar dat je nog steeds details ziet, zoals in wolken of sneeuw.
Heb je iets gevonden dat werkt? Zet dan het contrast steeds hoger totdat je details begint te verliezen – wolken worden dan bijvoorbeeld één grote witte vlek. Draai daarna het contrast weer iets terug totdat je die details weer ziet. Ergens in dat gebied zit de juiste instelling voor je smart-tv.
#4 Zet de scherpte zo laag mogelijk
Gek genoeg maakt de scherpte-instelling het beeld niet echt scherper. Het zorgt ervoor dat het beeld scherper lijkt. Alleen gaat dat vaak ten koste van de echte details en het voegt soms ruis toe. Bij de meeste smart-tv’s betekent de scherpte-instelling namelijk dat er extra randjes om objecten worden aangezet. En dat zorgt ervoor dat het beeld van je smart tv er kunstmatiger uitziet en juist minder detail toont.
Het klinkt misschien vreemd, maar je kunt de scherpte beter omlaag zetten, zelfs helemaal naar nul. Sommige tv’s zien er het beste uit met de scherpte op 0, terwijl andere er goed uitzien als het binnen de eerste 10 procent van de instelling blijft.
#5 De kleurinstellingen van je smart-tv
Over het algemeen staan de kleur- en tintinstellingen in de Cinema- of Movie-modus al redelijk goed. Je kunt er een beetje mee spelen, maar meestal zitten ze maar een of twee stapjes van de juiste stand af. Om ze echt precies goed te krijgen, heb je eigenlijk een blauw kleurenfilter nodig. Vaak krijg je bij setup-schijven zo’n blauw filter en testpatronen om deze instellingen te verfijnen.
Kleurtemperatuur is een lastigere zaak. Je ogen wennen aan de kleurtemperatuur van je tv, dus als je dit verandert, voelt het eerst ‘niet goed’. Dit merk je vooral als je overschakelt naar Cinema- of Filmmodus, die vaak wat warmer of ‘roodachtig’ aanvoelen. Toch is dit eigenlijk het meest natuurlijk. Ook al ben je het misschien niet gewend.
