E-fuel is de brandstof die de elektrische auto wellicht overbodig maakt
De Europese Unie heeft voorschriften aangenomen om de volledige CO2-uitstoot van auto’s en busjes vanaf 2035 te elimineren. Autofabrikanten bieden echter tegengas met de ontwikkeling van e-fuel: een nieuwe brandstof die de elektrische auto overbodig kan maken.
Dat doen ze met succes, want deze week is duidelijk geworden dat auto’s met een verbrandingsmotor ook na 2035 gebouwd en verkocht mogen worden. De enige harde eis is echter dat ze rijden op een synthetische brandstof als e-fuel. Een goed alternatief wellicht, maar het zorgt ook weer voor nieuwe problemen.
E-fuel: het alternatief voor de elektrisch auto
E-fuel is een synthetische brandstof die een heel stuk schoner is dan benzine. Waar die laatste gemaakt wordt van aardolie uit de grond, leunt die eerste op de zon en de wind. Men zet het om naar waterstof dat, door middel van toegevoegde CO2, te gebruiken is als brandstof.
De kracht van het alternatief is echter dat er geen nieuwe auto’s voor nodig zijn om het te kunnen gebruiken. E-fuel heeft dezelfde eigenschappen als normale benzine of diesel en is dus ook geschikt voor de auto’s van vandaag de dag.
In tegenstelling tot de elektrische auto is het dus niet nodig om een gloednieuwe bolide op de oprit te knallen. Niet alleen een voordeel voor de planeet, maar dus ook voor je portemonnee. Toch?
Synthetische brandstof kan dure grap worden
Nou, niet helemaal. De innovatie is er, maar commerciële voorraad van het alternatief ontbreekt. Het maakt de situatie lastig, gezien e-fuel ongelofelijk duur is om te produceren. In tegenstelling tot de elektrische auto is het daadwerkelijk rijden van een auto met de brandstof dus een heel stuk duurder dan benzine.
Als we de Amerikaanse ICCT mogen geloven, kost het producenten zo’n zeven dollar per liter om de nieuwe brandstof überhaupt te maken. We kunnen er lang over lullen, maar het betekent simpelweg dat je tankbeurt een heel stuk duurder gaat worden.
Gezien de Europese Unie ons langer kent dan vandaag, en toekomstige e-fuel-auto’s gewoon op benzine kunnen rijden, heeft het twijfels over het alternatief. Wie zegt namelijk dat consumenten hun bolide niet gewoon voljassen met benzine, omdat dit een heel stuk goedkoper is?
Voordat de wetgeving in 2035 van kracht gaat, moet de EU dus op zoek naar een manier om dit te kunnen detecteren. Er is een manier nodig om consumenten te overtuigen de overstap naar een elektrische auto of benzineauto met e-fuel te maken. En dus ook een manier voor de EU om te kunnen controleren of ze in dat laatste geval er ook echt gebruik van maken.
Europese Unie ziet toekomst in e-fuel
De Europese Unie ziet wel degelijk toekomst in synthetische brandstoffen. Afgelopen week heeft het, mede door de weerstand die vanuit Duitsland geboden werd, zijn wetgeving aangepast. Hoewel benzineauto’s en busjes vanaf 2035 nog steeds niet verkocht mogen worden, is er nu wel een uitzondering voor voertuigen die rijden op e-fuel.
De elektrische auto blijft voor de Unie het perfecte alternatief, maar er zijn genoeg argumenten om het in ieder geval het nut van een auto op e-fuel in te laten zien. Al zal het de komende jaren toch echt een manier moeten vinden om het betaalbaar te maken.
Vanaf 2035 moet de CO2-uitstoot van voertuigen met een verbrandingsmotor 100 procent zijn gedaald, maar dan moet er wel een alternatief zijn die dit, ook financieel, echt mogelijk maakt.